DE KRING

Een schooldag in een freinetklas begint en eindigt meestal met een gezamenlijke groepsbespreking. We spreken van de kring omdat een cirkelvormige opstelling het meest aangewezen is voor een gesprek tussen gelijkwaardige partners, waarbij iedereen elkaar kan zien en horen.

PLANNING 

In het kleuteronderwijs gaat de planning niet verder dan de onmiddellijk daaropvolgende werktijd of een dagplanning. In de lagere school wordt naast een dagplan ook een weekschema opgesteld, met zowel individuele taken als groepsactiviteiten. In het secundair onderwijs plannen we ook een weekschema  en leren de leerlingen steeds zelfstandiger omgaan met hun leer- en werkplanning die wordt uitgebreid tot maand- of semesterplanning. Tijdens de werktijden is een aantal leerlingen zelfstandig bezig; anderen krijgen hulp van de leraar. De ruimtelijke schikking van het klaslokaal moet dat zelfstandig werken mogelijk maken. Zo zijn er in het basisonderwijs afgebakende ruimtes (‘hoeken’). In het secundair onderwijs kunnen die ruimtes in de klas evolueren naar afgebakende ruimtes in (of zelfs buiten) de school: een infolokaal, een crea-lokaal, een labo, een werkatelier, enzovoort.

VRIJE TEKST

Leerlingen in een freinetklas kunnen hun belevenissen en ervaringen, meningen of gevoelens ook uiten in een zogenaamde vrije tekst. De vrije tekst bestaat al in het kleuteronderwijs: kinderen vertellen vrijuit en de leerkracht schrijft hun verhaal op. Ook in het lager en het secundair freinetonderwijs maken vrije tekst en tekstbespreking deel uit van de dagelijkse klaspraktijk. Enerzijds zijn leerlingen makkelijk te motiveren om te schrijven over wat hen bezig houdt, anderzijds vormt de tekstbespreking een uitstekende aanleiding voor discussie, taalbeschouwing, tekstverbetering, enzovoort.

DE KLAS(school)KRANT

In de eerste plaats is de klaskrant een eindproduct waaraan alle kinderen van de groep meewerken. In de tweede plaats is het een communicatiemiddel naar de ouders en naar andere groepen leerlingen, binnen en buiten de eigen school. De krant biedt bijvoorbeeld een overzicht van wat in de loop van een maand in de klas gebeurde: een bloemlezing van vrije teksten, projectverslagen, kunstwerkjes, fragmenten uit het dagboek van de klas en dergelijke.


KLASSENRAAD 

Het klasleven in een freinetschool laat zich niet regelen door een schoolbel of door opgelegde regels, waarvan de leerlingen vaak de zin niet inzien. De leerlingen worden betrokken bij de organisatie van de klas en de totstandkoming van leefregels en afspraken. In een freinetschool weerklinkt ook de stem van de leerlingen luid en duidelijk.

ONDERZOEK

Sommige vragen  vergen een diepgaand onderzoek en geven aanleiding tot een echt (onderzoeks)project. Elk onderzoek wordt afgesloten met een projectvoorstelling. De leerlingen stellen dan vragen aan elkaar, leren van elkaar, bespreken elkaars projecten. Van elk project wordt in de klas een neerslag bewaard. De werkwijze tijdens de onderzoeksprojecten – experimenteren; formuleren en verifiëren; onderzoeken en conclusies trekken; details van hoofdzaken onderscheiden; enz. – is belangrijker dan feitenkennis die leerlingen opdoen. Ze leren hoe ze als een wetenschappelijk onderzoeker naar de wereld kunnen kijken.

LEVEND REKENEN

De wiskundeleerstof wordt zo veel mogelijk vanuit een ‘levende’, functionele context aangereikt. Het dagelijks leven in de klas stelt de leerlingen geregeld voor problemen die ze enkel kunnen oplossen door te tellen, te meten, te rekenen. Een stukje werkelijkheid dat van buiten de school in de klas gebracht wordt is een ideale aanleiding tot levend rekenen. Mooi voorbeeld hiervan is het afgraven van de parking waar de leerlingen moesten opmeten, wegen en schatten hoeveel zand zou worden verzet en hoeveel vrachtwagens hiervoor nodig gingen zijn.  Leerlingen in het secundair onderwijs kunnen bijvoorbeeld zelf de tekenregels of de waarde van negatieve machten ontdekken, eerder dan dat de leerkracht of het handboek hen de regels voorschrijft en de leerlingen die regels vervolgens toepassen in contextloze oefeningen.


KLASKAS

Het beheer van de klaskas is niet alleen een levensechte toepassing van wiskundige vaardigheden, maar laat ook toe financieel-economische geletterdheid bij de leerlingen te introduceren. De klaskas evolueert met de leeftijd van de leerlingen van een geldkistje tot een elektronische bankrekening. Zowel het levend reken wiskundeonderwijs als de burgerschapsvorming evolueren mee.

ATELIER

Leerlingen leren onder begeleiding een expressievaardigheid kennen en oefenen die in. Het kan gaan om artistiek-creatieve vaardigheden, maar zeker ook om technische vaardigheden met verschillende materialen als meer theoretisch-cognitieve vaardigheden.